Mineralen

Borium (B), boron

Vormen: Boorzuur
Bronnen: Wortelgroenten zoals aardappelen, pastinaken en wortels die in boriumrijke grond verbouwd zijn.
De meeste fruit- en groentensoorten bevatten borium. In vlees en vleesproducten zit geen borium.
Functie: Heeft invloed op de hersenfunctie, de hormoonregulatie (oa oestrogeen, testosteron), het immuunsysteem, de energiestofwisseling en de stofwisseling van vitamine D en mineralen zoals magnesium, calcium en zink.
Er zijn aanwijzingen dat borium helpt bij de preventie van botontkalking, gewrichtsslijtage en gewrichtsontsteking. Houdt de calciumspiegel in balans en daarmee belangrijk voor botten en pezen.
Symptomen bij een tekort: Groeiachterstand. Verhoogde uitwerking van stress op het lichaam.
Overdaadsymptomen: rode uitslag, braken, diarree, verminderde bloedcirculatie, shock gevolgd door coma.
Toxische grens: Symptomen doen zich voor bij ca. 100 mg. Fataal is een dosis van 15 tot 20 gram, bij kinderen 3 tot 6 gram.
Opmerking: Er wordt geadviseerd om 3 mg per dag te nemen om osteoporose te voorkomen. Borium heeft een gunstige invloed op de magnesium-, calcium-, koper- en vitamine D-status.

Calcium (Ca)
Vormen: “Kalk”, in de vormen Oesterkalk, dolomiet, eierschaal, calciumcarbonaat, calciumcitraat, calciumgluconaat, calciumlactaat, beendermeel (calciumfosfaat).
Bronnen: Melkproducten (hoewel vaak slecht opneembaar), eieren, groenten, graanproducten, dolomiet, melasse, citrusvruchten, amandelen, sesamzaad.
Orthomol. Dagdosis: 750-1500 mg. ADH 1000mg. Vrouwen na de menopauze dienen 1200-1500mg/dag in te nemen (samen met voldoende Vit. D en K2)
Overdaadsymptomen: Verkalking/kalkneerslag botten, nieren, bloedvaten.
Gebreksymptomen: Hartkloppingen, spierzwakte, spierpijn, vermoeidheid, prikkelbaarheid, verzwakking beendergestel, tandbederf, depressiviteit, slapeloosheid, nachtelijke kuitkrampen, allergieën (mestcellen kunnen stuk gaan).
Functie: Gezond skelet, tanden, hartwerking, bloedstolling en contractie van spieren. Prikkeloverdracht in zenuwen.
Versterkende werking: Vit. A, Vit. C, Vit. D, Vit. K2, ijzer, magnesium, onverzadigde vetzuren.
Afbrekende werking: Aspirine, geraffineerde suiker, mierenzuur uit rabarber e.d.
Aanvulling bij: Stress, kalkarme diëten.
Bijzonderheden: Vit. D zorgt voor de opname van calcium uit de darm en Vit. K2 zorgt voor de opname van calcium in de botten en werken daarin samen.
Vit. A, Vit. C en ijzer voor de absorptie.
Opmerkingen: Zorgt voor een normale bloedstolling, gezond zenuwstelsel, goede hartfunctie.
Reguleert bloeddruk.
Belangrijk bij de groei van spierweefsels en voor spierweefselcontracties.
Gaat de opstapeling van zuren of basen in het bloed tegen.
Ondersteunt enzymenwerking.
Reguleert ritme hartkloppingen.
Fytinezuur uit vezelrijke graanproducten bindt dit mineraal tot een onoplosbare (en dus onopneembare) stof; speelt vooral bij vegetariërs; gisting breekt fytinezuur overigens af. Koffie, alcohol en cacao leiden tot verhoogde calcium uitscheiding.
Toelichting: Een sterk calciumverlies treedt op bij gebrek aan lichaamsbeweging, bij vrouwen gedurende de zwangerschap en na de menopauze, waardoor botten op den duur poreus worden. Extra bewegen, extra calcium met vit D en K2 kan dit voorkomen. Ter discussie staat ook of het goed is langdurig te suppleren met een hoge dosis calcium (bijvoorbeeld 1000 mg/dag). In combinatie met vitamine D, vitamine K2 en andere synergisten (waaronder magnesium en zink) is het mogelijk beter om de calciuminname te beperken tot 800 tot 1000 mg per dag uit voeding en supplementen. Mensen die vitamine K-antagonisten (zoals warfarine) gebruiken, dienen terughoudend te zijn met de inname van hoge doses vitamine D en calcium, omdat hiermee versnelde aderverkalking, geïnduceerd door het vitamine K-tekort, kan worden versterkt.
Calcium is het mineraal dat in de grootste hoeveelheid (ca. 1,5 kg) in het lichaam terug te vinden is. Van de totale hoeveelheid is 99% aanwezig in de botten en tanden.
Dolomiet is een combinatie van de mineralen calcium en magnesium.
Voor een optimale mineralenbalans in het lichaam is een goede verhouding tussen calcium en magnesium noodzakelijk. Dolomiet (dolomite) bevat beide mineralen in de ideale verhouding. Beendermeel bevat alle mineralen en spoorelementen die nodig zijn voor de handhaving van sterke botten, botgroei en botheling, in de juiste onderlinge verhoudingen. Naast calcium en magnesium bevat beendermeel veel fosfor en silicium.

 

Chloor (Cl), chlorine
Vormen: Natriumchloride (keukenzout), kaliumchloride.
Bronnen: Zeewater, zeevis, zeewier, lever, roggebrood, kelp, olijven.
Toxische grens: 10-20 gr. van het natriumchloride. ADH 1000 mg
Gebreksymptomen: Gebrekkige spiercontractie, slechte spijsvertering (vormt zoutzuur in de maag), geheugenverlies, psychomotorische stoornissen.
Opmerkingen: Van belang voor het zuur/base evenwicht en voor de productie van zoutzuur in de maag. Van belang voor gezonde pezen en gewrichten. Betrokken bij de vochthuishouding.

 

Chroom (Cr), chromium
Vormen: Chroompicolinaat, GTF-chroom, Chromium verrijkt gist.

Bronnen: Vlees, kip, schaaldieren, maïsolie, biergist, plantaardige olie, volle granen, boekweit-honing.
Orthomol. dagdosis: 200-500 mcg. ADH 40 mcg
Gebreksymptomen: Prikkelbaar, depressief, nervositeit, verwarring, atherosclerose, vertraagde groei, slechte aminozurenstofwisseling, glucose-intolerantie.
Functie: Vetmetabolisme, regulering bloedsuikerspiegel, groeiproces.
Versterkende werking: Vit. B3 (nicotinezuur).
Aanvulling bij: Zwangerschap, bij vaak geraffineerd voedsel eten, diabetes, hypoglycemie.
Opmerkingen: Chroom is onmisbaar voor de suikerstofwisseling in het lichaam, regelt het cholesterolgehalte in het bloed, verbetert gebrekkige glucose- en vetstofwisseling, verhindert het ontstaan van suikerziekte. Nicotinezuur en chroom reguleren de acceptatie van insuline door de celmembranen.
Toelichting: Een gebrek aan chroom kan bijdragen tot het ontstaan van twee van de meest voorkomende gezondheidsproblemen in de Westerse wereld: diabetes en hart- en vaatziekten. Chroom is nodig voor de stofwisseling van suikers. Bij een chroomgebrek kan zowel een te hoog als een te laag bloedsuikerpeil voorkomen en ontstaat er een glucose- en alcoholintolerantie. Daarnaast heeft chroom een cholesterolverlagende werking. Het gebruik van suiker verhoogt de uitscheiding van chroom. Door de hoge suikerconsumptie komt een gebrek aan chroom dan ook zeer vaak voor.


Fluor (F)

Bronnen: Fluor zit ook in zeevruchten, vlees, gelatine.

Functie: Fluor is een essentiële voedingsstof met een preventieve werking ter voorkoming van tandcariës. Ook is fluor nuttig voor het verstevigen der beenderen.
Wanneer er geen fluor in het drinkwater aanwezig is, kan men een homeopathische potentie voorschrijven om tandbederf te weren (Calcium fluoratum D6).
Patiënten met osteoporose (het dunner worden van de botstructuren) blijken vaak goed te reageren op extra fluoriden.
Overdaadsymptomen: Een overmaat aan fluor heeft overigens ook nadelige gevolgen voor de gezondheid.
Te veel aan fluoride kan fluorose (dat zich kenmerkt door vlekken op het tandglazuur), een verlies van eetlust en uiteindelijk verkalking van de ruggengraat veroorzaken.
Fluorose is zeldzaam en komt voor bij inname van veel meer dan 10 mg per dag.

 

Fosfor (P), phosphorus
Vormen: Beendermeel, calciumfosfaat, kaliumfosfaat.
Bronnen: Melkproducten, graanproducten, groenten, zaden, noten, eieren, vlees, vis, kip.
Gebreksymptomen: Vermoeidheid, slechte botgroei, gebrek aan eetlust, gewichtsverlies, nervositeit, onregelmatige ademhaling, minder geheugen, tandpijn.
Overdaadsymptomen: Bloedneuzen, hyperventilatie, angst (alleen zijn, onweer, donker), schizofrenie, stemmen in het hoofd, slappe spieren (vanwege impact op Calcium), overgevoeligheid, te veel slaap, moeheid na geringe inspanning.
Functie: Botvorming, zenuwstelsel, hart- en nierfunctie, opbouw celmembraan (fosfolipiden), energieproductie.
Versterkende werking: Vit. D, calcium.
Afbrekende werking: Alcohol, aspirine, diuretica.
Bijzonderheden: Zonder fosfor kan geen Vit. B2 en Vit. B3 opgenomen worden. Ook Vit. D moet aanwezig zijn. Bij te veel fosfor (m.n. door nierfalen of te veel cola) worden ijzer en zink minder goed opgenomen.
Aanvulling bij: Schildklierstoornissen.
Opmerkingen: Bij het voorkomen en bestrijden van osteoporose. Verlaagt kalkverlies en ondersteunt bij rachitis. Fosfor is noodzakelijk voor de celdeling en celreproductie.

Toelichting: Fosfor is nodig voor sterke botten en tanden, voor de energiehuishouding en speelt een rol in een zeer groot aantal biochemische reacties. Zwakke botten en zwakke spieren zijn de belangrijkste gebreksymptomen, hoewel een gebrek aan fosfor bij de huidige voedingsgewoonten onwaarschijnlijk is.
Een goede bron van fosfor is beendermeel, wat tevens de juiste verhouding tussen fosfor en calcium heeft.
Fosfor maakt de oestrogeenreceptoren sensitiever.

 

IJzer (Fe), Ferrum
Vormen: IJzergluconaat, ijzerlactaat, ijzerorotaat, ijzercitraat, ijzerfumaraat, ijzerbisglycinaat.
Bronnen: Groene bladgroenten, noten, granen, gedroogde vruchten, boekweithoning, melassestroop, orgaanvlees, rood vlees, vis, gevogelte, eieren.
Orthomol. dagdosis: 10-30 mg. ADH 8 mg Toxische grens: 50 mg.
Overdaadsymptomen: Hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, kortademigheid, gewichtsverlies, obstipatie.
Gebreksymptomen: Anemie, zwakte, bleke huid, duizeligheid, ademhalingsproblemen, verstopping, afbrekende nagels, aandoeningen van de huid en het gebit, vermoeidheid.
Functie: Transport van zuurstof in het bloed (hemoglobine). Ook van belang voor de celademhaling.
Versterkende werking: Vit. B12, foliumzuur, Vit. A, Vit. C, calcium, koper en fosfor.
Afbrekende werking: Aspirine, koffie, cola, thee, Vit. E. Vit E uitsluitend de anorganische ijzerverbinding.
Bijzonderheden: Vit. C helpt ijzer te absorberen. Vitamine A helpt bij de mobilisatie van in weefsels opgeslagen ijzer, verbetering van de vitamine A-status verbetert de ijzerstatus.
Aanvulling bij: Groei, maagzweren, (darm)bloedingen, menstruatie, gebrek aan maagzuur.
Opmerkingen: Samen met koper belangrijk voor de vorming van hemoglobine in het belang van het zuurstoftransport. Bevordert de groei. Fytinezuur uit vezelrijke graanproducten bindt dit mineraal tot een onoplosbare (en dus onopneembare) stof; speelt vooral bij vegetariërs; gisting breekt fytinezuur overigens af.
Toelichtingen: IJzer is noodzakelijk voor de vorming van hemoglobine, zuurstoftransport en zuurstofopslag in de spieren. IJzer is betrokken bij de vitamine- en eiwitstofwisseling. Bij bloedverlies ontstaat er een ijzergebrek. De symptomen zijn vooral bloedarmoede en de daarbij behorende verschijnselen als vermoeidheid, duizeligheid, bleekheid en zwakte.

 

Jodium (I), Iodine
Vormen: Kelp, jodide, kaliumjodide, calciumjodide.
Bronnen: Kelp, zeewier, zeezout, groenten, schaaldieren, vis, toegevoegd aan broodzout.
Orthomol. dagdosis: 150-500 mcg. ADH 150 mcg Toxische grens: Meer dan 1.000 mcg. per dag.
Gebreksymptomen: Kropvorming, hypothyreoïdie (traag werkende schildklier), verzwakking van lichamelijke en geestelijke krachten, nervositeit, koude handen en voeten.
Functie: Normaal functioneren van de schildklier, lichamelijke en geestelijke ontwikkelingen.
Bijzonderheden: Voor een goede basisstofwisseling zijn ook koper, selenium en zink samen met jodium noodzakelijk. De nieren absorberen 1/3 van de jodium.
Opmerkingen: Thyroxine, het schildklierhormoon, bevat ook jodium. Jodium heeft nut bij een goede cholesterolstofwisseling. Jodium beperkt het gevaar van opslaan van radioactieve stoffen in de schildklier.
Toelichting: Jodium hoopt zich op in de schildklier en is daar betrokken bij de aanmaak van schildklierhormonen. Schildklierhormonen spelen een grote rol bij de energiestofwisseling en de aanmaak van eiwitten. Ze zijn nodig voor de groei en rijping van het lichaam.
Schildklier kan normaliter ca 60% van aanwezige jodium in het bloed opnemen (bij te weinig jodium kan schildklier groter worden om opnamevermogen te vergroten).
Soja, pinda’s, peulvruchten en granen (m.n. spelt) binden zich aan jodium en doen het uitscheiden.
Bij Hashimoto’s disease nooit jodium geven zonder selenium.

 

Kalium (K), Potassium
Vormen: Kaliumgluconaat, kaliumchloride, kaliumjodide, kaliumcitraat en kaliumcarbonaat.
Bronnen: Groenten (tomaat), fruit, melk, mager vlees, granen.
Orthomol. dagdosis: 2.000-5.000 mg. ADH 3500 mg
Gebreksymptomen: Algehele zwakte, slapeloosheid, spierletsel, nervositeit, zwakke reflexen, hartstilstand, onregelmatige pols, slechte hart/nierfunctie, hartkloppingen. Bij ernstige tekorten ook algehele stijfheid.
Functie: Spiercontractie, activiteit van het zenuwstelsel en enzymen. Voor arbeidscapaciteit spieren en zenuwen.
Bijzonderheden: Kalium is een (positief) "ion" in de celkern, vanwaar de "stroom" voor de cellen wordt geleverd.
Aanvulling bij: Diabetes, slechte spijsvertering, diuretica-gebruik.
Opmerkingen: Is de katalysator in spiercontracties, voor overdracht zenuwimpuls naar hersenen.
Neutraliseert een te veel aan natrium, dus bloeddrukverlagend.
Verlaagt bloedsuikerniveau.
Reguleert zuur/base evenwicht.
Bij hyperthyreoïdie is er vaak een ernstig kaliumtekort.
Veel mensen met chronische klachten hebben een kaliumtekort wat niet in bloedonderzoek te zien is, omdat kalium zich normaliter in de cel bevindt.

 

Kobalt/Cobalt (Co)
De enige belangrijke functie van kobalt is dat het onderdeel uitmaakt van Vit. B12.
Vit. B12 is betrokken bij de aanmaak van rode bloedcellen en bij de gezondheid van het zenuwstelsel.
Belangrijke bronnen van kobalt zijn: verse groente, vlees, lever, mosselen, oesters en sommige biersoorten.
Bij een tekort kan bloedarmoede optreden.

 

Lithium (Li)
Vormen: Lithiumcarbonaat, Lithiumchloride, Lithiumorotaat, Lithiumacetaat en Lithiumgluconaat.
Functie: Bij depressiviteit, manisch gedrag.
Opmerkingen: Ongeveer 70 procent van de patiënten reageert hier goed op.
Lithiumcarbonaat en lithiumcitraat worden als medicijn gebruikt bij de onderdrukking van manie en depressie. Echter, het medicijn lithium brengt ook veel bijwerkingen mee zoals: veel dorst, dubbelzien, gewichtstoename, beven, stuipen, ataxie, botontkalking, hypercalcemia (te hoog calciumgehalte in het bloed), foetus afwijkingen (wanneer gebruikt tijdens de zwangerschap) en nierschade.

 

Koper (Cu), Cuprum
Vormen: Kopergluconaat, Koperaminozuur (gecheleerd/gebonden).
Bronnen: Groenten, noten, chocola, (orgaan)vlees, druiven, rozijnen, peulvruchten, knoflook, schaaldieren, lever, soja.
Orthomol. dagdosis: 1-3 mg. ADH 0,9 mg
Overdaadsymptomen: Verstijving en verharding van bloedvaten en weefsels, levercirrose, storingen in het centraal zenuwstelsel. Angst en paniekstoornissen, racing mind, postnatale depressie
Gebreksymptomen: Anemie, zwakte, vermoeidheid, huidklachten, gestoorde ademhaling, groeistoornissen.
Functie: Van belang bij hemoglobinevorming (betere opname+opslag van ijzer), ATP vorming, beenderen (lysyl oxidase t.b.v collageen in bindweefsel en botten), haar- en huidkleur (melanine-productie).
Van belang bij het eiwitmetabolisme, bindweefsel.
Onderdeel van Cytochrome C Oxidase (kritieke rol in mitochondriën)
Nodig voor een enzym dat de bloedvaten beschermt tegen verharding (minder LDL-cholesterol, minder atherosclerose, minder aorta-aneurisma’s).
Nodig voor productie van fosfolipiden t.b.v. de myelineschede van zenuwen.
Onderdeel van Ceruloplasmine en SOD (o.a. antioxidanten), DAO, DPPIV.
Koper is essentieel voor het immuunsysteem om bacteriën te doden.
Versterkende werking: Vit. A, Vit. C, zn.
Aanvulling bij: Reumatische artritis, osteoporose, hoge zinkinname, na ziekte.
Opmerkingen: Koper is bij stapeling kankerbevorderend. Koper wordt verdrongen door een teveel aan Molybdeen en Zink.

 

Magnesium (Mg)
Vormen: Magnesiumgluconaat, magnesiumorotaat, magnesiumoxide, magnesiumcarbonaat, magnesiumtauraat, magnesium sulfaat (Epsom zout), magnesiumbisglycinaat, magnesiumpidolaat en magnesiumcitraat.
Bronnen: Graanproducten, groenten, fruit, zaden, noten, vis, orgaanvlees, appels, sojapreparaten.
Orthomol. dagdosis: 400-1.200 mg. ADH 300 mg
Gebreksymptomen: Stijve/pijnlijke nek/schouders (soms tot spanningshoofdpijn), trillingen (oogleden), vaatvernauwing, kuitkramp, verwarring, te snelle of onregelmatige hartslag, nervositeit, overgevoeligheid van het spierweefsel.
Functie: Krampstillend, activering van enzymen, botvorming.
Versterkende werking: Vit. B6, Vit. C, Vit. D, calcium, fosfor.
Bijzonderheden: Bevordert opname van andere mineralen.
Aanvulling bij: Stress, verhoogde calciuminname, alcoholgebruik.
Opmerkingen: Magnesium speelt een rol bij meer dan 300 reacties in het lichaam.
- Spierontspannend
- preventief bij hartinfarcten
- neutraliseert vrije zuren in het lichaam zoals oxaalzuur
- voorkomt niersteenvorming
- bij prostaataandoeningen
- betrokken bij de enzymsystemen
- desoriëntatie

- Fytinezuur uit vezelrijke graanproducten bindt dit mineraal tot een onoplosbare (en dus onopneembare) stof; speelt vooral bij vegetariërs; gisting breekt fytinezuur overigens af.
- Bij Zink >142mg/dag (volwassen mannen) wordt de opname van Magnesium flink verstoord.
- Opname afhankelijk van hoeveelheid proteïnen in voeding (bij jongens): 93gr/dag verbeterde opname

Magnesium is schadelijk voor mensen met nierproblemen.
Magnesium werkt samen met calcium (botontkalking, nervositeit), vitamine B6 (zwangerschapsmisselijkheid, nierstenen) en kalium (hartziekten).

 

Mangaan (Mn), manganese
Vormen: Mangaangluconaat, mangaanorotaat.
Bronnen: Bananen, zemelen, eieren, granen, peulvruchten, noten, groene bladgroenten, tarwekiemen, thee (1 mg/kop), fruit, zeewier.
Orthomol. dagdosis: 5-20 mg. ADH 5 mg
Gebreksymptomen: Slechte groei, verlamming, kraakbeenverharding, duizeligheid, gehoorverlies, oorsuizen, ataxie (gebrek aan spiercoördinatievermogen). Geestelijke en lichamelijke vermoeidheid, slecht geheugen, nerveuze prikkelbaarheid, diabetes-gevoeligheid, hartkwalen, reumatische gewrichtsontstekingen.
Functie: Activering enzymen en productie van vrouwelijke geslachtshormonen en thyroxine, voortplanting en groei, ademhaling. Betrokken bij synthese van eiwitachtige stoffen, bindweefsel, botten en kraakbeen. Is ook onderdeel van kraakbeen. Superoxidedismutase (SOD; vrije radicalen vanger) bevat mangaan.
Versterkende werking: Vit. B1, Vit. E, calcium, fosfor.
Opmerkingen: Reguleren bloedsuikerspiegel, van belang bij de omzetting van vetzuren en cholesterol, ondersteunend bij multiple-sclerose. Bij een flink aantal enzymfuncties neemt magnesium de rol van mangaan over bij tekorten daaraan. Mangaan wordt weggevangen bij zinktekorten (bijv bij HPU).
Toelichting: Mangaan is betrokken bij de coördinatie tussen zenuwstelsel en spieren, de suikerstofwisseling, vele enzymsystemen. Mangaan ook nodig bij exocriene functie v.d. pancreas

Molybdeen (Mo), molybdium
Vormen: Molybdenite.
Bronnen: Peulvruchten, onbewerkte granen, noten, donkergroene bladgroenten, orgaanvlees, melk.
Orthomol. dagdosis: 200-1.000 mcg. ADH 65 mcg.
Gebreksymptomen: Nervositeit, onregelmatige hartslag, mannelijke impotentie, vertraagde groei, veroudering, matige spijsvertering. Hypoxia (te weinig zuurstof in cellen).
Gebrek treedt niet snel op met de westerse voeding (hooguit bij langdurige ernstige darmproblemen).
Gemiddeld 76mcg/dg (vrouw) / 109mcg/dg (man).
Overdaadsymptomen: kopertekort, vermoeidheid
Verhoogde levels van urinezuur en ceruloplasmine, bij zeer hoge innames van >10.000mcg/dg
Functie: IJzer- en koperopname en -stofwisseling.
Geslachtsfunctie mannen.
Vervult rol bij de vetzuuroxidatie en bloedvorming.
Is cofactor voor 3 enzymen: Sulfite oxidase (naar sulfaat, zoals voor methionine en cysteïne), Xantine oxidase (afbraak nucleotiden naar urinezuur), Aldehyde oxidase (allerlei processen, waaronder afbraak van drugs en toxines).
Molybdeen is essentieel voor de afvoer van een teveel aan vitamine B6.

 

Natrium (Na)
Vormen: Natriumchloride (keukenzout), natriumascorbaat.
Bronnen: Vis, melk, vlees, kelp, groenten, gevogelte, zout.
Overdaadsymptomen: Verhoogde bloeddruk, oedeem.
Gebreksymptomen: Spierzwakte, spieratrofie, uitdroging, geen eetlust.
Opmerkingen: Reguleren waterhuishouding. Evenwicht zuur/base. ADH 1000 mg

 

Nikkel (Ni)
Bronnen: Sojaproducten, noten, granen, eieren, melkproducten, vlees, lever, groenten, peulvruchten.
Orthomol. dagdosis: 150-700 mcg.
Overdaadsymptomen: Borstpijn, misselijkheid, hoofdpijn, duizelingen.
Gebreksymptomen: Transpiratie, slechte nierwerking, matige darmopname, anemie (bloedarmoede).
Aanvulling bij: Chronische nierinsufficiëntie, levercirrose.
Opmerkingen: Van belang bij de bloedvorming.

Selenium (Se)
Vormen: Natriumseleniet, seleniumproteïnaat, gist, seleniummethionine.
Bronnen: Tonijn, haring, (orgaan)vlees. Paranoten, sesamzaad, tomaten, uien, knoflook, broccoli, biergist, tarwekiemen, volle granen.
Orthomol. dagdosis: 100-1.200 mcg. ADH 55 mcg
Overdaadsymptomen: Dermatitis, nagel-, haar-, tandproblemen.
Gebreksymptomen: Verlies van weerstands- en uithoudingsvermogen, spierpijn, staar, vroegtijdige veroudering, minder elasticiteit van de weefsels, minder biologische weerstand.
Functie: Anti-oxidant, gezonde spieren en bloedvaten, preventief ter voorkoming van roos. Verhoogt de veerkracht van weefsels. Verbeteren opname van boterzuur/butyraat in darmwand.
Ondersteunt schildklierhormoonmetabolisme, immuunsysteem, synthese geslachtshormonen, detoxificatie (toxines en vrije radicalen).
Aanvullen bij: Artritis, staar, verhoogde bloeddruk, beroerte, harten vaatziekten, nierklachten, onvruchtbaarheid.

Opmerkingen: De chelerende (bindende) werking zorgt dat selenium zich bindt aan bijvoorbeeld toxische metalen, daardoor is er geen absorptie van deze giftige metalen en wordt de uitscheiding bevorderd van bijvoorbeeld het giftige kwik.
Toelichting: Selenium heeft een zeer belangrijke beschermende werking op het gehele organisme. Het is één van de belangrijkste en krachtigste antioxidanten, waardoor het biologische weefsel (vooral celwanden) beschermd wordt tegen oxidatie. Daarnaast stimuleert selenium het immuunsysteem, is het nodig voor een goede hartfunctie en is het betrokken bij de detoxificatieprocessen en de productie van spermacellen.

 

Silicium (Si), kiezelzuur
Vormen: Kiezel(zuur), silica (silicea).
Bronnen: Alfalfa, appels, pruimen, groenten, fruit, volkoren producten, plantaardige vezels, hard grondwater, jonge planten als paardenstaart en tarwegras.
Gebreksymptomen: Uitvallend en dun haar, slapeloosheid, broze nagels, huidklachten, puistjes op oogleden, droge lippen, longklachten, doorbloedingsstoornissen.
Functie: Haar, nagels, huid, botten, kraakbeen, pezen en bindweefsel ter ondersteuning.
Opmerkingen: Bij bestrijding van osteoporose en atherosclerose.
Toelichting: Silicium is nodig voor sterke botten, tanden, kraakbeen, pezen, haar, nagels, huid en bloedvaten. Het is betrokken bij de vorming van collageen en is dus nodig voor alle weefsels die sterk en soepel moeten zijn. Siliciumgebrek veroorzaakt vroegtijdige veroudering van de huid, zwak bindweefsel en zwakke botten

 

Strontium (Sr)
Bronnen: Groenten.
Orthomol. dagdosis: Onbekend.
Gebreksymptomen: Gewrichtsaandoeningen.
Functie: Botvorming.
Strontium wordt na inname opgenomen in het lichaam waarna het wordt ingebouwd in een klein deel van het botkristaloppervlak. Op deze plek laat strontium zien in staat te zijn cellen (osteoclasten) die verantwoordelijk zijn voor botafbraak af te remmen in hun activiteit.
Tegelijk worden andere cellen (osteoblasten) gestimuleerd tot het aanmaken van nieuw botweefsel. Resultaat is dat er meer nieuw, sterk en flexibel bot wordt aangemaakt.
Opmerkingen: Er bestaat een geneesmiddel tegen osteoporose (strontiumranelaat). In wetenschappelijke studies is aangetoond dat dankzij dit dubbele werkingsmechanisme vrouwen met osteoporose bij behandeling minder neiging hebben tot botbreuken. Het is echter een middel voor laatste keus (als andere middelen niet werken) omdat het de kans op een hartinfarct lijkt te vergroten.
In het menselijk lichaam wordt strontium geabsorbeerd alsof het calcium is.

 

Vanadium (V)
Bronnen: Vis, schaaldieren, olijven, noten, peterselie.
Orthomol. dagdosis: 100-250 mcg.
Gebreksymptomen: Verstoring v.d. groei van botten, tanden en kraakbeen. Verhoogd cholesterolgehalte.
Functie: Vanadium verlaagt een hoog bloedsuikerniveau door het effect van insuline op de cellen na te bootsen. Ook voorkomt het tandbederf.
Goede groei van botten, tanden en kraakbeen, bevordert groei rode bloedcellen, vetstofwisseling.

Opmerkingen: Wordt weinig toegepast in supplementen in Nederland, kan ook carcinogeen zijn (kanker bevorderend). Voor- en nadelen nog te weinig onderzocht.

 

Zink (Zn)
Vormen: Zinkcitraat, zinkgluconaat, zinkorotaat, zinkbisglycinaat.
Bronnen: Rund-, lams-, varkensvlees, vis en schaaldieren, eieren, groenten, oesters, zaden, gist, sojabonen, oesters, rood vlees, krab, zonnebloem- en pijnboompitten en noten (met name pecan)

Orthomol. dagdosis: 10-100 mg. ADH 15 mg
Gebreksymptomen: Een zinktekort uit zich vooral via huid, maagdarmkanaal, (centrale) zenuwstelsel, immuunsysteem, skelet en voortplantingsorganen.
Witte vlekjes op nagels, haarverlies, vermoeidheid, lusteloosheid, acne, verlies van reuk- en smaakvermogen, stress, snel geïnfecteerd, steriliteit.
Functie: Wondheling, groei, goede werking van het immuunsysteem, gezonde huid en darmbarrière, prostaatonderhoud, seksuele rijping van de puber, energieproductie, celdeling, zintuigen.
Versterkende werking: Vit. A, Vit. B6, Vit. E, calcium, koper, fosfor, proteïne.
Afbrekende werking: Alcohol, diuretica, geraffineerde voedingsstoffen.
Bijzonderheden: Langdurig zinkgebrek geeft kanker een kans.
Aanvulling bij: Stress, ontstekingsprocessen, nierkwalen, hartzwakte, topsporters, verhoogde schildklierwerking.
Opmerkingen: Zink speelt een rol bij minstens 300 enzymen met betrekking tot:
lymfocyten, koolhydraatvertering, hyper- en hypoglykemie, atherosclerose, cholesterolafzetting, levercirrose, botstofwisseling, huidwondgenezing.

- Fytinezuur uit vezelrijke graanproducten bindt dit mineraal tot een onoplosbare (en dus onopneembare) stof; speelt vooral bij vegetariërs; gisting breekt fytinezuur overigens af.
- Rood hoofd bij sporten kan duiden op zinkgebrek, omdat zink essentieel is voor de warmteregulatie.
- Door het ontbreken van zinkreserves kan een te lage zinkinname met de voeding al binnen enkele weken leiden tot (reversibele) gezondheidsproblemen zoals vermoeidheid, huiduitslag, een verhoogde infectiegevoeligheid en groeivertraging.

 

Zwavel (S), sulfur
Vormen: Magnesium sulfaat (Epsom zout), MSM, taurine, NAC, glucosaminesulfaat, chondroitinesulfaat
Bronnen: Eieren, vis, vlees, melk, knoflook, uien, kiemen, spruiten, bloemkool, broccoli.
Versterkende werking: Vitamine B-complex, Vit. B1, biotine, pantotheenzuur.
Aanvulling bij: Vegetarisme.
Opmerkingen: Belangrijk voor weefselopbouw en ademhaling van weefsels.
Van belang voor collageenvorming.
Ondersteunt de lever bij galafscheiding en ontgifting.
Mensen met spierpijn hebben vaak ook zwaveltekort.
MSM is ook van belang voor zuurstoftransport.
De darmen hebben veel zwavel nodig.